Plaatmateriaal buigen in verschillende hoeken met gebruik van een beperkt aantal gereedschappen.
Het buigen van plaatmateriaal door de plaat tussen de stempel en de matrijs op te sluiten.
WILA's gereedschapsoplossingen voor het realiseren van kortere flenslengtes.
Vermijd vervormingen bij buigen in de buurt van uitsparingen.
Hoe om te gaan met aanladen bij het kanten van gegalvaniseerd plaatmateriaal, aluminium of RVS.
Bij het buigen van dozen moet u vooraf nadenken over uw keuze van kantpers en gereedschap.
Gereedschapssystemen en gereedschap voor het buigen van dikker of hoogsterktestaal.
Werk scherpe randen af en verstevig delen van het plaatwerk.
Buigen met een grote verhouding tussen radius en materiaaldikte.
Voorkom of verminder aftekening op het oppervlak van gezet plaatwerk.
Twee gelijke maar tegengestelde buigingen maken in één slag.
Bewerk uw plaatmateriaal met de gewenste buigmethode.
Alle toepassingenAlles wat u altijd al heeft willen weten over kanten van plaatmateriaal.
Lees meerBij vrijbuigen op een kantpers bepaalt in principe de V-groefbreedte in de matrijs de productradius die wordt gevormd in de buiging. Maar welke breedte moet u kiezen en welke gevolgen heeft dit voor de buigkracht, de plaatuitslag, de minimale beenlengte en aftekening op het product?
Bij het vrijbuigen van plaatmateriaal op een kantpers is de gevormde productradius niet gelijk aan de puntradius van het gereedschap. De productradius wordt op natuurlijke wijze gevormd en noemen we de natuurlijke productradius. Hoe groot de radius wordt is onder andere afhankelijk van de V-groefbreedte van de matrijs.
WILA meet de V-groefbreedte als de afstand tussen de virtuele kruisingen van de oplegvlakken met de inloopvlakken. Let op dat niet iedere fabrikant dit op dezelfde manier meet.
Een algemene vuistregel die gehanteerd wordt bij vrijbuigen is dat de V-groefbreedte in het geval van staal (450kN/mm2) ongeveer 6-8x de plaatdikte moet zijn bij plaatdiktes tot ca. 3mm. Bij een hoek van 90° ontstaat er een natuurlijke inwendige productradius die ongeveer gelijk is aan de plaatdikte.
Is een kleinere productradius vereist, dan kan een kleinere V-groef gekozen worden. Een grotere V-groefbreedte zorgt voor een grotere productradius.
Maar hoe zit dat met andere materialen en hoeken? De gevormde inwendige radius is een percentage van de V-groefbreedte zoals te zien in de praktijkvoorbeelden in de tabel.
De minimale radius die gevormd kan worden bij vrijbuigen hangt af van materiaaleigenschappen zoals treksterkte, ductiliteit en walsrichting. Wordt de radius té klein, dan zal het materiaal scheuren.
Voor materialen met een hogere treksterkte dan staal (450kN/mm2) zijn grotere V-groefbreedtes vereist. Dit kan als snel oplopen tot 12-15x de plaatdikte. Meer over [link]buigen van hoge-sterkte staal[/link].
Let er bij de keuze van de V-groefbreedte op dat dit ook gevolgen heeft voor de optimale puntradius van de stempel.
Is de V-groefbreedte relatief klein ten opzichte van de plaatdikte (staal: V<6xS), dan wordt het buigproces minder nauwkeurig. Door ruimtegebrek kan de radius niet goed gevormd worden.
Ook stijgt de benodigde buigkracht flink. Let hierbij op de maximale buigkracht die de kantpers kan leveren maar ook op de maximale belastbaarheid van het gereedschap.
CNC-Deephardened matrijzen gaan bij normaal gebruik vele jaren mee. Wordt gekozen voor een groef kleiner dan 6x de plaatdikte dan zal het gereedschap overmatig slijten en worden de flanken van de matrijs zwaarder belast. Bij het buigen van scherpe hoeken kan het gereedschap zelfs splijten. Dit is dan ook sterk af te raden.
Bij een grotere V-groefbreedte/plaatdikte verhouding zal de benodigde buigkracht juist flink afnemen. Er ontstaat een grotere radius en de aftekening op de plaat als gevolg van wrijving zal minder zijn. Is de maximale buigkracht van de kantpers beperkt of wilt u beschadigingsvrij buigen, dan is dit een interessant gegeven.
Een ander aspect is de minimale beenlengte. De V-groefbreedte bepaalt namelijk wat de minimale beenlengte is die u in een matrijs kunt buigen. De beenlengte moet een stuk groter zijn dan de helft van de V-groefbreedte, zodat het product niet in de V-groef glijdt. In de WILA Smart Tooling App checkt u de minimale beenlengte die u met een WILA gereedschap kunt buigen bij een bepaalde hoek. Meer informatie over het buigen van korte flenzen vindt u hier.
Een algemene waarschuwing is hier tenslotte op zijn plaats. Een kantpersbewerking is slechts één van de bewerkingsstappen van het product. Wordt er gevarieerd met de V-groefbreedte, dan verandert de productradius. Dit heeft ook gevolgen voor de vlakke plaatuitslag en zou dus zomaar een dure wijziging kunnen zijn!
Als algemene vuistregel voor vrijbuigen van staal geldt dat u een V-groefbreedte kiest van 6-8 keer de plaatdikte. Door hier van af te wijken kunt u de productradius, de benodigde buigkracht, mate van aftekening en minimale beenlengte beïnvloeden. Maar let er op dat een gewijzigde V-groef ook gevolgen heeft voor de plaatuitslag.
Maak gebruik van de WILA Tool Advisor om een kritische buiging te analyseren of om zelf de V-groefbreedte van een standaardgereedschap aan te passen.
Voor een gedetailleerd advies en nauwkeurige plaatuitslagberekening maakt u gebruik van buigsimulatiesoftware. Deze kan zelfs rekenen met door u ingevoerde praktijkwaarden van de te gebruiken materiaalbatch.
Heeft u hulp nodig bij het kiezen van de juiste V-groefbreedte? Onze experts helpen u graag verder!
Gebruik onze online Tool Advisor om voor elke klus het juiste gereedschap te vinden.
Tool Advisor startenWILA-dealers hebben alle benodigde kennis en expertise om uw kantpersgereedschapsbehoeften te ondersteunen. Er is altijd een WILA-dealer bij u in de buurt.
Vind uw lokale dealer